De toegevoegde waarde is de waardevermeerdering die een product
verkrijgt tijdens een productieproces.

De figuur toont enkele productiefasen van de broodproductie. In iedere fase
worden handelingen verricht, die het product geschikter maken voor de consumptie:
- De tarweverbouwer produceert tarwe. Als we aannemen dat hij voor de grondstof
niets heeft betaald, is de toegevoegde waarde van het tarwebedrijf: € 75.000
- € 0 = € 75.000.
- De meelproducent koopt de grondstof in voor € 75.000. Het eindproduct
wordt verkocht voor € 250.000. De door de meelproducent toegevoegde waarde
is: € 250.000 - € 75.000 = € 175.000.
- enzovoort.
Uit de toegevoegde waarde moet iedere producent zijn bedrijfskosten
en inkomen halen.
De toegevoegde waarde berekenen we door de verkoopprijs
van het eindproduct te verminderen met de waarde
van de ingekochte grondstoffen, hulpstoffen
en diensten.