De netto contante waarde van een investering is gelijk aan de contante
waarde van de kasstromen na aftrek van de oorspronkelijke investering.
In het algemeen geldt, dat een investering alleen zinvol is, wanneer de netto
contante waarde van de kasstromen positief is. Door kasstromen contant
te maken wordt het element tijd uit de kasstroom verwijderd. Dit komt erop neer
dat de som van de verwachte kasstromen na correctie voor de berekende interest
vergeleken wordt met de investering. Indien de contante waarde van de kasstroom
groter is dan de investering, is het zinvol te investeren.
Voorbeeld
Een onderneming overweegt de investering in een project. Het project vergt een
investering van € 336.000.
De kasstromen van dit project worden als volgt geschat.
|
Project |
jaar 1 |
€ 123.200 |
jaar 2 |
€ 112.200 |
jaar 3 |
€ 105.000 |
jaar 4 |
€ 79.800 |
Veronderstel, dat de bedragen steeds aan het eind van het desbetreffende jaar
ter beschikking komen. Er wordt gecalculeerd met een interestpercentage van 8.
De netto contante waarde van dit project bepalen we als volgt.
jaar 1 |
€ 123.200 |
= |
€ 114.074 |
1,08 |
jaar 2 |
€ 112.200 |
= |
- 96.193 |
1,08^2 |
jaar 3 |
€ 105.000 |
= |
- 83.352 |
1,08^3 |
jaar 4 |
€ 79.800 |
= |
- 58.655 |
1,08^4 |
totaal |
€ 352.274 |
Investering |
- 336.000 |
Netto contante waarde |
€ 16.274 |
De netto contante waarde van dit project is positief. Door dit rendement af te
wegen tegen de te lopen risicos en tegen de rendementen van andere projecten,
kan worden beslist het project al dan niet door de laten gaan.